Genesis 29

Jakob ontmoet Rachel

Er is een groot verschil tussen het zoeken naar een bruid voor Izak en de manier waarop Jakob dat doet. Bij het zoeken naar Rebekka neemt het gebed een grote plaats in (Gn 24:12-14; 21; 26; 27; 42-48; 52; 63). Daarover lezen we hier niets. De dienaar in Genesis 24 heeft alle schatten van zijn heer bij zich. Jakob heeft niets. Maar evenals de dienaar vindt de ontmoeting bij een waterput plaats. Hoewel, de put is hier afgesloten en in Genesis 24 niet. En terwijl de dienaar direct met Rebekka teruggaat, verblijft Jakob in totaal twintig jaar in den vreemde.

Jakob komt op zijn reis naar het land van zijn moeder bij een put. Daarbij zijn drie kudden gelegerd. Op de put ligt een grote steen. Deze is moeilijk alleen te verwijderen, daarvoor zijn meerdere herders nodig. Daarom wachten de herders met hun kudden bij de put tot ze er allemaal zijn om dan samen de steen van de put af te nemen. Als het vee gedronken heeft, wordt de steen weer teruggelegd.

Jakob vraagt de herders of zij Laban kennen. Door het bevestigende antwoord weet Jakob dat hij op de goede weg is. Dan vraagt hij of het met Laban goed gaat. Ook daarop komt een bevestigend antwoord. Tegelijk voegen de herders eraan toe dat ze Rachel, de dochter van Laban aan zien komen, met haar kudde. Rachel is een herderin. Dan stelt Jakob voor dat zij hun vee te drinken geven en dat ze daarna kunnen gaan. Dan kan hij, zo lijkt de achtergrond van zijn voorstel te zijn, alleen met Rachel blijven. De afspraak tussen de herders is echter dat zij op elkaar wachten, om dan samen de steen te verwijderen waarna de kudden kunnen drinken.

Inmiddels is Rachel bij de put gekomen. Als Jakob haar ziet, geeft hem dat zoveel kracht, dat hij in zijn eentje de steen wegneemt. Ook zorgt hij ervoor dat de schapen van Laban kunnen drinken. In Jakob komt de herder naar boven. Dit is een teken dat hij de man is met wie God Zijn weg gaat.

God gaat met hem, hoewel hij nog niet met God gaat. De school die hij moet doorlopen, is een leerschool die ook wij moeten doorlopen. God is niet voor niets de God van Jakob. God is bezig deze Jakob te vormen. Jakob is een beeld van een gelovige die door de tucht van God steeds meer gaat beantwoorden aan Gods bedoeling met hem.

Zeven jaar dienst voor Rachel

Als Laban hoort dat Jakob er is, loopt hij hem snel tegemoet, begroet hem hartelijk en neemt hem mee naar huis. Het lijkt er niet op dat dit gebeurt uit liefde voor een familielid, maar meer uit eigenbelang waarvan hij ook al in Genesis 24 blijk heeft gegeven. Het verblijf van Jakob bij Laban bevestigt dat. Bij Laban in huis vertelt Jakob “Laban al deze dingen”, waarmee hoogstwaarschijnlijk wordt bedoeld dat hij vertelt wat er bij de waterput is gebeurd. Daardoor erkent Laban hem als zijn familie, “mijn beenderen en mijn vlees”.

De wijze waarop Jakob door Laban wordt behandeld, zegt veel van Laban. Als Jakob een maand bij hem heeft gediend en hij heeft gezien wat voor een waardevolle kracht Jakob is, doet hij Jakob onder de schijn van recht en billijkheid het voorstel om tegen betaling voor hem te werken. Hij doet hierbij ook een beroep op het familiegevoel. Mogelijk weet hij wel waar het hart van Jakob naar uitgaat en speelt hij daar handig op in.

Jakobs liefde voor Rachel zorgt ervoor dat hij graag zeven jaar voor haar werkt. De profeet Hosea herinnert Gods volk aan deze dienst (Hs 12:13). Eerst zegt Hosea dat Jakob, omdat hij als Jakob heeft gehandeld, als Jakob heeft moeten vluchten. Maar dan spreekt Hosea over Israël en wel in verbinding met zijn dienen om een vrouw. Daar zien we het geloof en de trouw van Jakob op de voorgrond komen en dan wordt hij ‘Israël’ genoemd. Israël betekent ‘vorst Gods’ of ‘strijder van God’ (Gn 32:28).

De wijze waarop Jakob dient om met Rachel te kunnen trouwen, is een trouwe dienst geweest. Later, wanneer hij voor Laban is gevlucht en door hem is ingehaald, kan hij daarvan getuigen. Daarbij geeft hij God de eer (Gn 31:41-42). Daar handelt en spreekt hij als Israël. Hosea wil met dit voorbeeld Gods volk aanspreken, opdat het tot inkeer komt en weer trouw de HEERE zal gaan dienen. In dit opzicht is de trouwe dienst van Jakob ook voor ons een voorbeeld.

Hierin is hij een zwakke afschaduwing van de Heer Jezus, Die ook heeft gewerkt voor het verkrijgen van Zijn bruid. Als onze liefde voor de Heer Jezus net zo groot is als Jakobs liefde voor Rachel, zal het ons ook niet moeilijk vallen Hem te dienen.

Jakob wordt bedrogen

Nadat Jakob zeven jaar heeft gediend, vraagt hij om de vrouw voor wie hij al die tijd heeft gewerkt. Laban maakt er een officiële aangelegenheid van. Hij nodigt gasten uit en richt een maaltijd aan. De bruiloft is een openbare aangelegenheid (Gn 29:22). Zo hoort het te zijn. Pas daarna heeft Jakob gemeenschap met zijn bruid. Dat is de juiste volgorde.

Maar Laban bedriegt Jakob. In plaats van Rachel brengt hij Lea bij Jakob. De volgende morgen merkt Jakob het bedrog. Het bedrog van Laban vindt plaats in de duisternis, zoals ook Jakob zijn vader in de duisternis van de tent heeft bedrogen (Gn 27:19-24). We zien hier dat Jakob op zijn weg oogst wat hij heeft gezaaid (Gl 6:7b). Jakob heeft ook met list het eerstgeboorterecht van Ezau afgetroggeld. Hier wordt hij bedrogen in verband met de eerstgeboren Lea.

Het verweer van Laban met betrekking tot wat in Haran gebruikelijk is, is onoprecht. Als het inderdaad zo is, zou hij daar Jakob al eerder bekend mee hebben moeten maken. Laban is in het najagen van zijn eigen belang ook bereid zijn beide dochters in te zetten. Hij houdt er helemaal geen rekening mee dat hij daartoe ook nog aanzet tot een overtreding van Gods inzetting dat een man slechts één vrouw mag hebben.

Daarmee houdt Jakob overigens ook geen rekening. Hij gaat voor een tweede vrouw aan het werk. De ellende die daarvan in zijn gezin het gevolg is, blijkt duidelijk uit de beschrijving van zijn verdere leven. Het overtreden van Gods inzettingen geeft altijd ellende. Dat God dit alles gebruikt tot volvoering van Zijn plan, bewijst dat Zijn plan gegrond is op genade en daarom wordt vervuld.

Zeven jaar extra dienst voor Rachel

Laban is bereid ook Rachel aan Jakob te geven, maar dan moet hij hem nog eens zeven jaar dienen. Jakob gaat akkoord. Wat de verantwoordelijkheid van Jakob zelf betreft, is het niet goed om voor Rachel te werken. De opdracht van zijn vader is een vrouw te nemen (Gn 28:2) en niet meerdere vrouwen. Dat is ook niet Gods wil. Dat hierin toch Gods raad wordt vervuld, is van een andere orde.

Deze samenloop van het handelen van de mens en het vervullen van de raad van God zien we vaker in de Schrift. Dat de Heer Jezus naar de bepaalde raad en voorkennis van God is overgeleverd (Hd 2:23), maakt de schuld van de mens niet minder. Zo is het ook in het geval van Judas, die de Heer heeft verraden. Zo is het ook bij de zondeval.

Eerste vier kinderen van Lea

De HEERE vergoedt aan Lea het gebrek aan liefde van Jakob voor haar. God is ook de God van de compensatie. Lea is de eerste die kinderen krijgt. De namen van de kinderen vertellen over haar ervaringen.

De eerste noemt zij “Ruben”, dat betekent ‘zie, een zoon’. Ze is vol vreugde en dankbaarheid aan de HEERE. Ze ziet in deze jongen een bewijs van de bemoeienis die de HEERE met haar heeft. Dat is goed. Tevens verwacht ze nu de liefde van Jakob. Daarin vergist ze zich.

Het tweede kind dat zij krijgt, noemt ze “Simeon”, wat ‘verhoord’ of ‘gehoord’ betekent. Ze brengt daarmee tot uiting dat zij met haar nood naar de HEERE is gegaan en dat Hij haar heeft gehoord.

De derde zoon noemt ze “Levi”, dat ‘verenigd’, ‘toegevoegd’ betekent. Hierin komt haar hoop tot uitdrukking dat zij nu toch wel de genegenheid van Jakob zal hebben gewonnen en dat hij zich met haar zal verenigen. Zij verlangt ernaar – en daarnaar verlangen vrouwen in het algemeen – dat de vereniging niet beperkt blijft tot een lichamelijke, maar dat Jakob zich nu echt aan haar zal hechten, dat hij haar zal laten merken dat ze echt bij hem hoort en er maar niet bij hangt.

In de naam van de vierde zoon die zij baart, die ze “Juda” noemt, richt ze zich alleen op de HEERE. Teleurgesteld in mensen, in haar man, weet ze dat haar sterkte in de HEERE is. Hem wil zij loven. Dat is wat ‘Juda’ betekent: ‘Hij zal geprezen zijn’.

Copyright information for DutKingComments